HENDRIK ANDRIESSEN
BIOGRAFIE
Hendrik Andriessen werd op 17 september 1892 in Haarlem geboren. Hij overleed in diezelfde stad op 17 april 1981.
Opleiding
Hij begon al jong met piano- en orgelspelen en componeren. Zijn orgelspel was, toen hij tien jaar was, zodanig dat hij zijn vader - organist van de St. Josephkerk in Haarlem - kon vervangen. In 1914 begon hij zijn opleiding aan het Amsterdams Conservatorium. Zijn leraren waren J.B. de Pauw (orgel) en B. Zweers (compositie).
Werkzaamheden
Hendrik Andriessen heeft vele functies in het Nederlandse muziekleven bekleed. Van 1927 tot 1948 was hij leraar compositie aan het Amsterdams Conservatorium, van 1930 tot 1949 leraar compositie en orgel (ook improvisatie en begeleiding Gregoriaans) aan de Katholieke Muziekschool van Utrecht, en van 1934 tot 1949 organist van de Utrechtse Kathedraal. Daarbij was hij van 1937 tot 1949 directeur van het Utrechts Conservatorium, van 1949 tot zijn pensioen in 1958 directeur van het Conservatorium in Den Haag en van 1954 tot 1963 hoogleraar in de muziekwetenschap aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen.
Composities
Tijdens en ook na zijn studietijd hadden Diepenbrock, Debussy en Roussel een grote invloed op Andriessen, terwijl hij ook verwantschap voelde met het werk van César Franck, Gabriël Fauré en André Caplet. Langzamerhand ontwikkelde hij een eigen stijl en deed hij pionierswerk als componist van kerkmuziek. Hij toonde originaliteit in vele stijlen, die hij bij voorbeeld toepaste in Miroir de peine en Trois Pastorales. In 1947 kreeg hij een opdracht van de Nederlandse Regering voor een opera: Philomela, op tekst van Jan Engelman (eerste uitvoering in het Holland Festival in 1950). In 1964 componeerde hij de eenakter De Spiegel uit Venetië op tekst van Hélène Nolthenius. Het werk werd als televisieopera in 1967 uitgevoerd. Andriessen componeerde verschillende grote en kleinere werken voor orkest, onder andere vijf symfonieën, Kuhnau-variaties, Couperin-variaties en een vioolconcert. Talrijke orgelcomposities en vocale werken (zowel kerkelijk als wereldlijk) verschenen bij verschillende uitgevers en hij componeerde veel kamermuziek (voor piano, strijkers en blazers).
Publicaties
Zijn essays werden verzameld in de bundels Over muziek en Muziek en muzikaliteit (Utrecht: Het Spectrum). In de Symphonia-reeks verscheen een boek over César Franck van zijn hand.
In 1969 verscheen de dissertatie Hendrik Andriessen, his life and works van Thurston Dox aan de Eastman School of Music van de Universiteit van Rochester (USA). Het maandblad Het Orgel wijdde in 1977 zijn septembernummer geheel aan Andriessens 85ste geboortedag. In Key Notes 13 (1981) verscheen naar aanleiding van zijn overlijden een In Memoriam van Renske Koning (eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad) evenals een artikel van Thurston Dox.
Prijzen
Voor zijn werken heeft Andriessen diverse prijzen mogen ontvangen: in 1950 de Johan Wagenaarprijs, in 1960 de Prof. van der Leeuwprijs en in 1961 de Sweelinckprijs.
Compact discs
Van het werk van Hendrik Andriessen is op cd verschenen: Sonata da chiesa, voor orgel (Chandos 9188, EMI 7243 56394 2), Miroir de peine, Magna res est amor, voor sopraan en orkest (Globe GCO 6018, NM Classics 92023), Ave Maria, voor koor (Lindenberg LBCD 39), Fiat Domine voor sopraan en orkest (NM Classics 92023), Passepied-Pavane-Sonate, voor piano (Haags Gemeentemuseum HGM CD-01), de complete orgelwerken door Albert de Klerk (Lindenberg LBCD 31/34), Thema met variaties, voor orgel (VLS/Marcato VLC-0492), In dulci jubilo, voor orgel (SBC 94132) en geestelijke werken door het Kathedrale Koor Utrecht (Lindenberg LBCD 39), de Trois pastorales (Vereniging Vrienden van het Lied) en de Missa Voluntas Tua (VIO 9501), Sonnet (Contrapunctus Musicus VC 2446), de Ballade voor hobo en piano (Erasmus WVH093), Miroir de peine (SNT-CD 19735) en Intermezzo (Etctera KTC 2024). Op de cd Vox Neerlandica 2 werd zijn Qui habitat vastgelegd (NM Classics 9205), op STH Quality Classics CD 196017 zijn Aria, op Erasmus WVH 102 zijn Symphonische etude, op een uitgave van Het Gelders Orkest zijn Ricercare (HGP 6007), op een in eigen beheer uitgebrachte cd Maria zart von edler Art (JWT 01), op NM Classics de Pavane en menuet (NM Classics NM 92045), op Erasmus (Erasmus 238) de Quattro studi per organo, op NM Classics verschillende concerten (NM Classics 92066), op Composers' Voice het Concerto per organo e orchestra (CV 77) en op LBC Fête-Dieu (LBCD 88). Hillegonda van der Rol, sopraan en Gertjan Schalkoord legden composities rond het thema Maria op cd vast en Lars Wouters van den Oudenweyer, klarinet speelde samen met Tan Crone, piano de Sonate voor klarinet en piano. Op de cd "Onbekend maakt onbemind… 2" werden zijn Ave Maria, een deel uit het Petit concert pour le temps de Noël en het Intermezzo voor fluit en harp vastgelegd (Q Disc 97022). Op een cd onder de titel "Recital" werden zijn Variaties en fuga op een thema van Joh. Kuhnau en zijn Offertoire ‘Assumpta est Maria’ vastgelegd door Annemarie van der Heijden (klarinet) en Wouter van Belle (orgel) (VLC 0801). Koormuziek verscheen op een cd onder de titel "Van liefde, roem en weelde" (Evocantes DPCD 2596). In eigen beheer verscheen van het Erasmus Kamerkoor de Missa Splendor Veritatis CD Sempre l'Amor (2001), Website en van het Nederlands Fluit Gezelschap het Intermezzo voor fluit en harp in een uitvoering van Huberth Barwahser en Phia Berghout.
HENDRIK ANDRIESSEN
BIOGRAPHY
Hendrik Andriessen was born in Haarlem, 17 September 1892. He died on 17 April 1981.
Musical education
He studied the organ with J.B. de Pauw and composition with Bernard Zweers at the Amsterdam Conservatory of Music.
Activities
After graduating from the Conservatory in 1916 Andriessen worked as an organist, pianist, composer, author and lecturer. From 1927 to 1948 he taught composition and theory at the Amsterdam Conservatory. From 1930 to 1949 he taught those subjects as well as organ, including improvisation and the accompanying of Gregorian chant, at the Roman Catholic music school in Utrecht. From 1934 on he was organist of the Utrecht Cathedral and from 1937 on director of the Utrecht Conservatory. In 1949 Andriessen was appointed director of the Royal Conservatory in The Hague. From 1954 till 1963 he was professor of musicology at the Catholic University in Nijmegen.
Compositions
At the Amsterdam Conservatory he acquired a deep feeling for César Franck and Alphons Diepenbrock, while he also established close ties with Vincent d'Indy, Gabriël Pierné and Albert Roussel. Andriessen was able to renew his music repeatedly without disturbing his inner musical balance. Andriessen first received attention through a number of organ works and the Missa in honorem Ss cordis (1917). During the 1930s Andriessen's orchestral works also began to attract notice, f.i. the Symphonie no. 1 (1930) and one of his most successful orchestral pieces: the Variaties en Fuga op een thema van Johann Kuhnau (1935). In the same year he wrote three Rimbaud songs, the Trois Pastorales, which underline his link with French culture. Two important liturgical works of the period are: Magnificat (1936) and the six-part Missa diatonica (1935). After 1945 he became more prolific in his production of sacred choral music, orchestral works and chamber pieces. The opera Philomela (1948) is notable for the profound symphonic working of its leitmotifs. Almost two decades passed before Andriessen composed the one-act opera De spiegel van Venetië (1964).
Writings
Hendrik Andriessen published essays: Over muziek (Utrecht, 1950) and Muziek en muzikaliteit (Utrecht, 1952) and he also wrote a biography on César Franck.
In 1969 Thurston Dox wrote the dissertation Hendrik Andriessen, his life and music (Eastman School of Music, University of Rochester, USA).
Prizes
Andriessen received in 1950 the Johan Wagenaar Prize, in 1960 the Prof. Van der Leeuw Prize and in 1961 the Sweelinck Prize.