17 februari 2000

Onrust bij de economen. "Zonder Arie waren we nooit zover gekomen"

Het vertrek van Arie Kapteyn als directeur van CentER is binnen de economische faculteit ingeslagen als een bom. Jan-Benedict Steenkamp, kersvers hoogleraar bij CentER heeft na Kapteyns vertrek 's nachts niet kunnen slapen. Sabbatical hoogleraar Harald Uhlig stuurde kort daarop vanuit Amerika een e-mail naar de KUB waarin hij aangaf de toekomst zwart in te zien voor CentER. Toch overheersen de emotionele geluiden niet en wordt ook het vertrouwen uitgesproken over de nieuwe ploeg.

Oscar van Dam

Hoogleraar marketing Steenkamp is sinds eind vorig jaar werkzaam aan de KUB als research hoogleraar bij CentER en aan Tias Business School. Binnen korte tijd zag hij op de economische faculteit Philippe Naert ("Voor wie ik veel respect heb") vertrekken als decaan, snel daarop gevolgd door het afscheid van Arie Kapteyn ("Voor wie ik zo mogelijk nog meer respect heb") als vice-decaan Onderzoek en directeur van CentER. Steenkamp, die bij zijn vertrek uit Leuven verschillende aanbiedingen had uit Amerika, heeft namelijk bewust voor de KUB gekozen vanwege de mogelijkheden die de universiteit biedt en de uitstraling die het internationaal meer en meer aan het verkrijgen is. "Ik heb dus wel even moeten slikken toen ik hoorde dat deze twee topmannen vertrokken. What have I done?, ging er door mijn hoofd. Heb ik de goede keuze wel gemaakt door voor Tilburg te kiezen?"
Ook Uhlig, momenteel hoogleraar op de Stanford University reageerde geëmotioneerd op het vertrek van Kapteyn als directeur van het onderzoeksinstituut. Volgens hem was Tilburg op de goede weg om een van de topdepartementen in economie en econometrie te worden in Europa, 'en wellicht wereldwijd'. Kapteyn was volgens hem waarschijnlijk de enige persoon in Tilburg die wist hoe de race der topinstituten kon worden gewonnen. Hij noemt het verlies van Kapteyn een 'ongelooflijke fout'. "It's like trying out what happens in a marathon, if you shoot yourself in the foot", zo verduidelijkt hij zijn standpunt. De KUB dreigt volgens hem terug te vallen in de grote poel der middelmatigheid.
Naar aanleiding van de brief van Uhlig naar alle CentER-medewerkers stuurde economie-hoogleraar Lans Bovenberg vorige week woensdag een mail rond om uitleg te geven en om te pogen rust in de tent te krijgen. Bovenberg, tijdelijk vervanger van Uhlig als research-coördinator van de macrogroup in Tilburg: "We moeten niet doen of de KUB opeens niet meer meetelt nu Kapteyn zich heeft teruggetrokken uit het managementteam. Als we aan die gedachte vasthouden loop je het gevaar slachtoffer te worden van een selffulfilling prophecy." Wat niet wegneemt, wil Bovenberg benadrukken dat het vertrek van Kapteyn een groot verlies is voor CentER. Sterker nog, zonder Kapteyn zouden we nooit zover zijn gekomen of zou CentER niet eens hebben bestaan, aldus Bovenberg die de manier waarop Kapteyn afscheid heeft genomen 'erg vervelend' noemt.
In de brief van Bovenberg stelt hij dat naast Kapteyn en Uhlig, CentER de laatste tijd nog meer te lijden heeft gehad onder het vertrek van Aldo Rusticchini, Patrick Bolton en Doug de Jong. Hij noemt het belangrijk dat er weer een aantal nieuwe, sterke mensen binnengehaald worden. Binnen CentER is men daar volgens Bovenberg ook druk mee bezig. De brief heeft hij gestuurd om, zoals hij het zegt "de onrust, die vooral bij jonge onderzoekers was ontstaan, weg te nemen".
Eric van Damme, hoogleraar economie bij CentER is bang dat het beeld van de KUB als universiteit-die-heeft-ingeleverd-op-kwaliteit al is overgenomen door 'de internationale economische wereld'. Van Damme: "Geruchten zingen rond sinds bekend is geworden dat Kapteyn zijn positie heeft neergelegd. Men vraagt zich af of het waar is dat het Tilburgse College van Bestuur minder ambitie heeft dan CentER. Momenteel vind ik de situatie zelf nogal onduidelijk en onbevredigend en kan ik ze niet goed beoordelen. Ik zit te wachten op een krachtig signaal van het managementteam van de faculteit en van het College van Bestuur waarin ze openheid van zaken geven."
Van Damme zegt op dit moment niet precies te weten wat heeft geleid tot het vertrek van Kapteyn. Was het een persoonlijk conflict of had het een dieper liggende oorzaak? Niettemin noemt ook hij de ontstane situatie 'heel vervelend' voor de universiteit. Hij zegt de betrokkenen te hebben gesuggereerd om snel openheid van zaken te geven. Wat betreft de brief van Uhlig die de kwaliteit van CentER enkel en alleen ophangt aan de bezielende leiding van Arie Kapteyn noemt Van Damme die houding 'wat eenzijdig'. "Zonder afbreuk te doen aan Kapteyns verdiensten denk ik dat Bovenberg wat dichter bij de waarheid zit als hij stelt dat de kwaliteit niet alleen afhankelijk is van één persoon, maar dat die wordt geleverd door meerdere personen."
Van Damme is dan ook niet geneigd mee te huilen met de wolven in het bos, maar adviseert alle buitenstaanders "de acties van het college en het managementteam af te wachten en niet uitsluitend op de geruchten af te gaan."
Zo ook Jan-Benedict Steenkamp, die weliswaar geschokt was door het vertrek maar daarmee niet zijn hoop op een zonnige toekomst heeft opgegeven. Hij waarschuwt voor paniekvoetbal. "Het nieuwe managementteam moet de kans en de tijd krijgen het nieuwe beleid uiteen te zetten en te verduidelijken." Volgens Steenkamp wordt al met verschillende groepen op de economische faculteit door het managementteam gesproken over de te volgen lijn. Steenkamp ziet tot nu toe geen radicaal andere richting. "Dat zou ook slecht zijn. Ik ga er van uit dat CentER in de lijn van Kapteyn doorgaat, dat heeft de nieuwe decaan Verhallen ook altijd gezegd. Daarom ga ik er ook van uit dat het allemaal wel goed komt, hoewel het natuurlijk altijd lastig is om topmannen te vervangen. Mocht er echter van die lijn worden afgestapt dan is dat minder goed nieuws. Dan dreigt de crisis."

[Vorig bericht: Ambities Kapteyn ] , [Volgend bericht: Kwaliteit CentER ter discussie]